Pasen, elk jaar weer raakt het mij. Want als we Pasen vieren, vieren we het hart, het geheim van ons
christelijk geloof: Jezus die opstaat uit de dood. Hij is de Levende. Soms kun je je ook wat
ongemakkelijk voelen als het over Pasen gaat. Al die jubel, al die vrolijke tonen in onze sombere,
donkere wereld van vandaag. Is het niet een wensdenken? Hopen tegen beter weten in? De dood is
toch niet verslagen? (Gaza, Oekraïne)
Ja, Pasen is een mysterie, is niet helemaal te begrijpen – zelfs onze enige getuigen, de bijbelschrijvers,
stotteren erbij. Het is niet te begrijpen hoe de dood aan het kruis van een rechtvaardig mens kan
leiden tot een feest van bevrijding, opstanding, verzoening en nieuw leven, uitzicht en toekomst!
En het is niet te bevatten dat vrouwen en mannen elkaar bij een leeg graf in de armen vallen en
elkaar toeroepen: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ (Joh. 20:25). Het is niet te begrijpen, totdat we het
gaan VIEREN en meebeleven. Al vierend ontsluit Pasen haar geheimen aan ons. Hele oude verhalen
uit het Oude Testament van het volk Israel over die bevrijding uit Egypte ooit (Ex. 12), de
verbijsterende verhalen van Jezus, die een weg ging – moest gaan! – van vernedering en verlating, die
werd geslagen en door zijn beste vrienden werd verraden.
De droevige verhalen van zijn kruisiging en zijn begrafenis. En tenslotte de wonderlijke en blijde
verhalen van de ontmoeting met de Opgestane en de jubel bij het lege graf.
Als je je laat meenemen in deze verhalen dan wordt je hopelijk geraakt. Eerst wordt je stil,
meegenomen in het verdriet. En uiteindelijk gaan we zingen, gaan we jubelen – dat kan niet anders:
‘De Heer is waarlijk opgestaan!’ Als we zo Pasen vieren en het héle verhaal willen horen (ook van het
lijden), dan wordt het ook in ons leven weer Pasen, of mag het worden. Dan weten we dat
doodlopende wegen toch verder gaan. Dat Jezus leeft en hoop geeft en een nieuw begin. Dan leren
we het weer een beetje uit te houden in de leegte van